Teksten van Jan Goossen:
“Wij vertalen onszelf in termen van architectuur.
Wij vertalen architectuur in termen van onszelf.”
“Wat mij interesseert in de abstracte kunst is de mogelijkheid om het zijn eigen inhoud te geven. Ik doel niet op interpretatie. Ik ben geïnteresseerd in de ingesloten thema’s en concepten (in tegenstelling tot persoonlijke associaties …sentimentaliteit.) Inhoud ontstaat door de relaties die ontstaan in beeld of architectuur. Mijn beelden zijn nagenoeg alle transparant. Ze tekenen in de ruimte, ze omschrijven de ruimte. Ze zijn architecturaal en constructief tegelijk.
De suggestie van bewegelijkheid is veel voorkomend. Indien er massa aanwezig is, speelt die een rol in contrast tot de overheersende meer lineaire constructies. Het geheel is praktisch altijd een tekenachtig beeld (tekenachtig gedacht in tegenstelling tot een door de tastzin uitnodigend ‘schilderachtig’ beeld). Mijn beelden appelleren niet aan de tastzin maar aan het oog en aan de verte en ruimte die ze suggereren.” J.G.
Deze tekst was van zijn inspirator Wessel Couzijn over het grote beeld Corporate Entity.
“De beeldende kunst is visueel en moet als zodanig ervaren worden. Literatuur kan men omschrijven; plastiek niet. De kunstenaar is iemand die door middel van de materie uitdrukking geeft aan wat sterk in hem aanwezig is. Dit gevoel
, deze emotie staat in verband met de wijze waarop hij in het leven staat. Het werk is aldus gevoelsmatig ontstaan , is vorm geworden levensgevoel. Iedereen die de plastiek ziet, zal erop een andere manier door worden aangesproken of ook niet.”